Meteen naar de inhoud
Home » R-wps-groene-stad-NL

R-wps-groene-stad-NL

Dit antwoord is van welk(e) lid of leden van de regering?

Elke Van den Brandt
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid

Ans Persoons
Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp

Antwoord

Dit voorstel is in lijn met bestaande
maatregelen of toekomstige wetgeving.

Toelichting op gebied van stedenbouw

De openbare ruimte in Brussel is nog te veel verhard. Om dit te verhelpen en van Brussel een groene en aangename stad te maken, om de stad te verfraaien, om bij te dragen tot de ontwikkeling van de biodiversiteit, om het fenomeen van stedelijke hitte-eilanden te bestrijden en een koeltenetwerk te creëren, om de negatieve gevolgen van de luchtvervuiling te verminderen en om leefruimtes te creëren, stelt de eerste lezing bis van het ontwerp van GSV voor dat op de openbare wegen de oppervlakte van de open groene ruimte minstens 10% van de oppervlakte zou moeten uitmaken. In de openbare open ruimte wordt het dus gevraagd om een aanzienlijke hoeveelheid hoogstammige bomen aanwezig te zorgen voor schaduw.

De aanwezigheid van vegetatie en open ruimten in alle openbare ruimten is een essentiële factor in de verbetering van de leefomgeving en de milieukwaliteit in de stad. Dit moet het mogelijk maken om een grootschalige continuïteit van natuurlijke omgevingen en de vorming van een koeltenetwerk te creëren. Vegetatie zorgt ook voor schaduw en evapotranspiratie, wat gunstig is in de strijd tegen hitte-eilanden en hittegolven. 10% vegetatie is een minimum. Hoe breder de weg (10 m of meer), hoe meer vegetatie er moet zijn (streven naar 15% of meer). Als er langs de weg wordt geparkeerd, moeten bomen bij voorkeur in het verlengde daarvan worden geplant. De verblijfsfunctie, en niet alleen mobiliteit, wordt belangrijker en omvat inclusieve ruimtes, rustplaatsen en ontmoetingsplaatsen, met het bijbehorende straatmeubilair (fonteinen, openbare toiletten, banken, enz.).

Toelichting op gebied van mobiliteit

Het Gewest heeft een aantal programma’s om inwoners te helpen de openbare ruimte terug te winnen, met name door de hoeveelheid verkeer op de wegen te verminderen:

Het Lokaal Mobiliteitscontract :

Het Lokaal Mobiliteitscontract (LMC) is een samenwerkingsproject tussen het Gewest en de gemeenten dat in het leven werd geroepen door het Gewestelijk Mobiliteitsplan 2020-2030. Dit programma heeft een aantal belangrijke doelstellingen, die kunnen worden samengevat als “wijken autoluw maken”:

  • Het verbeteren van de verkeersomstandigheden voor voetgangers, fietsers (comfort, veiligheid) en het openbaar vervoer (efficiëntie), waardoor ze aantrekkelijker worden;
  • Verbetering van de lokale openbare ruimte door meer ruimte te geven aan lokale activiteiten, vegetatie en duurzaam regenwaterbeheer;
  • De levenskwaliteit van de Brusselaars verbeteren door de overlast van het autoverkeer te verminderen: lawaai, luchtvervuiling, verkeersveiligheid.

Op lokale wegen, waar de beschikbare ruimte beperkt is, betekent het bereiken van deze doelstellingen het verminderen van de door het verkeer ingenomen ruimte en/of van het verkeersvolume.

  • Verschillende projectoproepen, zoals Bruxelles en Vacances of Inspirons le Quartier; via deze projectoproepen kunnen buurtbewoners, al dan niet georganiseerd in verenigingen, projecten indienen voor de tijdelijke inrichting van de openbare ruimte en financiële en/of methodologische steun krijgen.
  • De gemeenten kunnen ook een subsidie aanvragen bij Brussel Mobiliteit om hun straten te vergroenen